Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar Jakob reisde naar [23]Sukkoth, en bouwde een huis voor zich, en maakte hutten voor zijn vee; daarom noemde hij den naam dier plaats [24]Sukkoth. 23. Dezen naam had die plaats toen nog niet, maar kreeg zij daarna, zoals aan het einde van dit vs. gezegd wordt. 24. Dat is, hutten, tenten, daken, kooien. Deze plaats was gelegen over de Jordaan, in den stam van Gad, niet ver van Pnuel; zie Joz.13:27; Richt.8:5,14,15. Er wordt van een ander Sukkoth gesproken, Ex.12:37.